Wat kun je leren van kampioenen? Vijf lessen die helpen in het omgaan met perfectionisme
Bijgewerkt op: 24 feb. 2022
‘Ik ben bang om fouten te maken’ of ‘Ik ben perfectionistisch ingesteld’. Steeds meer scholieren, studenten, voetballers, docenten, en anderen spreken zich op deze manier uit. Perfectionisme is het nastreven van perfectie en komt steeds vaker voor, met alle gevolgen van dien. Terwijl iets perfect willen doen niet per definitie slecht hoeft te zijn. Dat roept wel vragen op: Kun je perfectie bereiken? Hoe ga je om met het streven naar perfectie? En wat kun je hierin leren van kampioenen, zij die het beste zijn in wat ze doen?
Na mijn studie psychologie ben ik een aantal jaren werkzaam geweest in de jeugdopleidingen van PSV en Willem II. Met name als trainer/coach. Sinds ongeveer anderhalf jaar ben ik werkzaam bij de Fontys HRM en Psychologie waar les geven in psychologie, het begeleiden/coachen van studenten en het ontwikkelen van onderwijs onder mijn verantwoordelijkheden vallen. Met het coachingsbureau Bauer & Van de Looij, begeleid ik, samen met Martijn Bauer, individuen en organisaties in hoe zij het beste uit zichzelf (en elkaar) kunnen halen. Daarin hebben we ervaren dat een aantal lessen behulpzaam is voor de mensen (jong en oud, man en vrouw) die we begeleiden en hebben begeleid in onder meer prestatiespanning, het omgaan met fouten en perfectionisme. Daarom deel ik deze lessen met je in deze blog; hopelijk helpen ze jou ook.
Wat is presteren?
‘Presteren kent geen compromis, het is goed of het is slecht.’
Toon Gerbrands
Iedereen heeft een drang om te presteren, de zogenaamde prestatiemotivatie. Deze verschilt natuurlijk per persoon, zo is de één wat ambitieuzer en wil hij grootse prestaties leveren, terwijl een ander het allemaal wel best vindt en tevreden is met meer bescheiden prestaties. Wat presteren inhoudt, is voor iedereen persoonlijk. In mijn ervaring in het begeleiden van met name jongeren lijken presteren en perfectie echter synoniemen van elkaar. Voor velen van hen is de definitie van presteren: ‘Geen fouten maken’. Dat lijkt sterk op de definitie van perfectie. Want perfectie, volgens Van Dale, is: ‘Afwezigheid van fouten of gebreken; volmaaktheid.’ Maar staat presteren wel gelijk aan perfectie? En in hoeverre is perfectie noodzakelijk in het komen tot prestaties en het bereiken van doelen?
Hoe vaak komt perfectie voor bij kampioenen?
‘Perfection is not attainable, but if we chase perfection we can catch excellence.’
Vince Lombardi
Volgens Van Dale is een kampioen een ’(sport) Persoon die of team dat het van alle mededingers heeft gewonnen.’ Een kampioen is de beste in zijn of haar discipline en over het algemeen is dat slechts één persoon of team. Hockey en voetbal zijn twee populaire teamsporten in Nederland. Hoe vaak komt perfectie voor bij de teams die kampioen werden? Hoeveel competitiewedstrijden wint de kampioen in één seizoen in het hockey en voetbal?
Over een periode van 10 jaar bekeken wint de kampioen in het mannenhockey gemiddeld 15 a 16 van de 22 competitiewedstrijden in een seizoen (70,2%). Bij de vrouwen ligt dat aantal wat hoger: de kampioen wint gemiddeld 17 a 18 competitiewedstrijden van de 22 (80,2%). De play-off wedstrijden na de competitie zijn hierin niet meegenomen. In de mannen eredivisie voetbal wint de kampioen, in de periode van 2000-2020, gemiddeld zo’n 24 a 25 competitiewedstrijden (72,6%). In al die jaren heeft geen één kampioen elke competitiewedstrijd gewonnen. In het boek Legacy schrijft James Kerr dat het rugby team van Nieuw-Zeeland, the All Blacks, het best presterende rugbyteam ter wereld is met een winstpercentage van 86%. In de statistieken van kampioenen in de teamsport komt perfectie niet voor. Komt het wel voor bij individuele kampioenen?
Winstpercentages kampioen per seizoen | Vrouwen | Mannen |
Hockey (2009-2019) | 80,2% | 70,2% |
Voetbal | 70% (2020-2021) | 72,6% (2000-2019) |
Uit een artikel van De Volkskrant blijkt Rafael Nadal de tennisser met het hoogste winstpercentage te zijn (83,3%). Novak Djokovic (83,1%) Björn Borg (82,4%) en Roger Federer (82,1%) volgen. In een (ouder) artikel van NU.nl is gekeken naar de winstpercentages van Federer per seizoen, in de periode van 1999-2013 (zie afbeelding hieronder). Bij de dames liggen de getallen wat hoger, wanneer wordt gekeken naar het hoogste winstpercentage in één seizoen. Een artikel van de NOS toont de top-3: Martina Navritalova (1983: 98,85%), Steffi Graf (1989: 97,73%) en wederom Martina Navritalova (1984: 97,5%) hebben de hoogste winstpercentages in het damestennis aller tijden. De succesvolste Olympiër ooit met 28 medailles, de zwemmer Michael Phelps, won 23 van zijn 30 zwemwedstrijden op de Olympische Spelen. Dat is een winstpercentage van 76,7%. Ook uit de statistieken van individuele kampioenen blijkt perfectie niet voor te komen. Wat wijzen statistieken uit het onderwijs uit?
Middelbaar scholieren en studenten die slagen voor hun diploma kun je zien als een kampioen. Middelbaar scholieren die in 2019 afstudeerden, van VMBO tot aan VWO, haalden een gemiddeld eindcijfer van 6,59. De gemiddelde cijfers in het hoger onderwijs waren in 2017: 7,07 (HBO bachelor studenten), 7,09 (WO bachelor studenten), en 7,52 (WO master studenten). Wederom geen perfectie. Komt perfectie dan nooit voor?
In het seizoen 2021-2022 won Ajax alle zes de groepswedstrijden in de Champions League. De winnaars van een grandslamtoernooi in het tennis, zoals Wimbledon, moeten alle wedstrijden in dat toernooi winnen om de titel op hum naam te kunnen schrijven. Michael Phelps won van 2001 tot 2011 elke 200 meter vlinderslag op alle WK's en Olympische spelen waar hij aan deelnam. Carl Lewis (verspringen), Alfred Oerter (discuswerpen) en Paul Elvstrom (zeilen) wonnen goud in hun discipline op vier achtereenvolgende Olympische Spelen. Bart Zonneveld slaagde in 2015 met vier tienen voor zijn vwo-diploma, hierna volgden Heleen Mulder met vijf tienen (2017), Lotte Kremer met zes tienen (2018), en Floris met vier tienen (2020). Dit zijn voorbeelden van perfectie.
Perfectie komt dus voor. Maar zelfs als de resultaten perfect zijn, als alle wedstrijden worden gewonnen of de studie nominaal behaald wordt, dan is het nog maar de vraag of de (technische) uitvoering perfect was. Kampioenen in het tennis winnen niet elk punt, elke game en elke set. In de zes gewonnen CL-groepswedstrijden verspeelden Ajacieden de bal, leidde niet elke aanval tot een goal en scoorden de tegenstander één of meer doelpunten. Een cijferlijst met een 10 voor elk vak komt (bijna) niet voor, ook al studeer je nominaal af of behaal je je middelbare school diploma.
Les 1: Perfectie komt zelden voor en is niet noodzakelijk voor het halen van doelen.
Een wedstrijd kun je winnen ondanks het verliezen van (doel)punten aan de tegenstander. Een diploma is niet per sé minder waard met een niet perfect cijfergemiddelde. Cijfers worden namelijk steeds minder vaak besproken tijdens sollicitaties, volgens het online carrierenetwerk magnet.me. Een bedrijf kan, over het algemeen, blijven bestaan ondanks een gemiste deal. Perfectie komt dus niet alleen niet vaak voor, het blijkt ook niet noodzakelijk voor het behalen van doelen. Natuurlijk is het wel zo dat hoe hoger het niveau is dat je nastreeft, hoe ambitieuzer je doelen, des te kleiner de foutmarge wordt.
Kan iedereen kampioen worden?
‘Just remember that everybody wants to be a champion, but not everyone is willing to prepare to be a champion.’
Jamy Bechler
Jordan Peterson schrijft in zijn boek 12 rules for life over het principe van de ongelijke distributie. Volgens dat principe is de verdeling van onder meer succes ongelijk verdeeld. Peterson geeft met de kreeft een voorbeeld uit de dierenwereld. De sterkste mannetjes kreeften verkrijgen de beste verblijfplaatsen en kunnen met bijna alle vrouwtjes paren gedurende een paarseizoen, de rest van de mannetjes, de meerderheid, kan dat niet en heeft pech. In onze wereld komt dit principe ook veelvuldig terug: slechts enkele componisten (Bach, Beethoven, Mozart en Tchaikovsky) componeerden bijna alle muziek die door moderne orkesten gespeeld wordt, een handvol schrijvers verkoopt de meeste boeken en de top 1% van de samenleving heeft zoveel geld als de onderste 50%.
Dat principe van ongelijke distributie komt, logischerwijs, ook terug bij kampioenen. Volgens Van Dale is een kampioen iemand die beter is dan de rest van de mededingers. En er zijn (bijna) altijd meer mededingers dan het aantal kampioenen. Van de 18 teams in de mannen eredivisie voetbal wordt bijvoorbeeld slechts één team kampioen in het seizoen. Bij de vrouwen strijden negen teams om die eerste plek. In de hoofdklasse hockey doen, bij zowel de dames als de heren, 12 teams mee waarvan ook slechts één team kampioen kan worden. Er is maar één iemand van alle 17 miljoen Nederlanders die minister-president of bondscoach kan worden, ook al doen (sociale) media soms anders vermoeden. Kampioen worden is niet gemakkelijk, het vraagt vele opofferingen, geluk en is mede daarom niet voor iedereen weggelegd.
Les 2: Niet iedereen kan kampioen worden, maar iedereen kan zich wel als kampioen gedragen.
Maar, je kunt je wel als kampioen gedragen. Van Dale geeft namelijk een tweede definitie van kampioen: ‘voorvechter’. Een voorvechter is: ‘Iemand die strijdt voor een goede zaak, iemand die de belangen van iets verdedigt’. Dat kan iedereen doen. Niet iedereen kan kampioen worden, maar ieder persoon kan wel strijden voor een goede zaak en bepaalde belangen verdedigen. Dit raakt aan wat Simon Sinek schrijft in The Infinite Game. Hij stelt dat in vele contexten, zoals het bedrijfsleven, het spel niet is om te winnen van een ander. Volgens hem is het spel juist om in de wedstrijd te blijven, om zo lang mogelijk te blijven meedoen en te strijden voor de goede zaak. Iedereen kan zich als kampioen gedragen.
Waar gaat het om in het worden van een kampioen?
‘Being a champion is not about how hard you can hit. It’s about how hard you can get hit and still get back up fighting.’
Anoniem
Meerdere zaken zijn belangrijk als je kampioen wil worden, maar voor nu wordt gekeken naar de les met betrekking tot perfectionisme. Want prestaties zijn belangrijk voor een kampioen. Hoe beter de prestaties des te groter de kans op die felbegeerde (eerste) plek. Maar kampioenen presteren in de regel niet perfect, dat hoeft ook niet. Daarom is ’geen fouten maken’ als definitie van presteren onjuist. Want kampioenen maken fouten: van punten verliezen aan de tegenstander tot examenvragen waar je het antwoord niet op weet tot aan het verliezen van games of wedstrijden, dat hoort er blijkbaar allemaal bij. Voor een kampioen gaat het niet om perfectie, het gaat om het omgaan met imperfectie.
Les 3: Het gaat niet om perfectie, het gaat om het omgaan met imperfectie.
Het gaat er om wat je doet op het moment van imperfectie. Dat geldt voor kampioenen in de sport, maar ook voor de kampioenen in het bedrijfsleven volgens Adam Grant in deze TED-talk.
Hoe gaat een kampioen om met imperfectie?
‘Don’t waste your time striving for perfection; instead, strive for excellence - doing your best.’
Laurence Olivier
In dit filmpje van een aantal jaren terug geeft Roger Federer, die 103 (!) titels in het tennis won, zijn antwoord. 'Bijna elke keer dat ik vandaag op de tennisbaan stap, kan ik de geschiedenis in een of andere vorm herschrijven. En het enige wat ik kan doen, is mijn best. Dan komt het wel goed.' Maar niet iedereen gaat er zo mee om als Roger Federer, zelfs Federer zelf niet toen hij wat jonger was: 'Ik maakte nogal een transformatie van een schreeuwende, racket gooiende en vloekende snotaap op de tennisbaan naar de kalme man die je vandaag de dag kent,' zegt hij in datzelfde filmpje.
Les 4: Focus op het doen van je best, in elke situatie.
Wanneer je gelooft dat je geen fouten mag maken, kan elke fout die je maakt ervoor zorgen dat je emoties zorgen voor afleiding, dat je slechter gaat presteren of dat je de uitdaging niet (meer) durft aan te gaan. Je blokkeert na het maken van een fout, in de angst nog een fout te maken. Je stopt en geeft op. Is dat wat je wil? Zo niet, er is een alternatief. Je kunt (leren) er op een andere manier mee omgaan, zoals Federer dat ook heeft geleerd.
Je kunt je namelijk ook niet van de wijs laten brengen door een tegentreffer, een verloren set of een examenvraag waar je het antwoord niet op weet. Dat doe je door te focussen op het geven van je best, in elke situatie (opnieuw). Meer dan dat kun je immers niet doen. Hierin kan het belangrijk zijn dat je helder hebt wat je ‘best doen’ voor jou inhoudt. Vind je dit lastig? Bekijk dit filmpje om jouw definitie van je best doen helder(der) te krijgen.
Wat kenmerkt een kampioen?
‘Strive for continuous improvement, instead of perfection.’
Kim Collins
Wat kenmerkt top leiders in het bedrijfsleven? Dat is één van de vragen waarop psychologen Bennis en Thomas antwoord geven in hun boek Geeks & Geezers. Hun antwoord: topleiders leren continu. Dat kenmerkt ook Louis van Gaal: hij wil altijd blijven leren en staat open voor innovaties. Hoe meer je leert, onderneemt, en doet des te beter je ideeën, producten en uitvoering over het algemeen worden. Dat komt terug in onderstaande afbeelding; hoe meer muziekstukken componisten componeren des te beter hun muziekstukken worden (zie onderstaande afbeelding uit de TED-talk van Adam Grant). Leren leidt tot meesterschap en vaak ook tot betere prestaties.
Maar beter worden, kost natuurlijk wel tijd en energie. En focus. Hoe behoud je de focus op je eigen leerproces in een wereld waar mensen continu met elkaar vergeleken worden? Jezelf vergelijken met een ander kan prettig zijn, want het kan je helpen zaken te relativeren. Als je bijvoorbeeld gelooft dat je de allerbeste in een discipline bent, is het goed om te zien dat er anderen zijn die nog beter zijn dan jij zodat je niet hoogmoedig wordt. Andersom kan het je erbovenop helpen wanneer je ziet dat anderen het minder goed doen dan jij in een bepaalde discipline. Dat relativeert je overtuiging dat je er niets van kunt. Maar vergelijken met anderen is gevaarlijk. Want anderen zijn niet zoals jij. Onder andere hun genen, opvoeding en ervaringen zijn anders dan die van jou. Daarnaast kan het doel of de intentie van de ander verschillen van de jouwe.
Vergelijken met anderen lijkt een beetje op het vergelijken van appels met peren. Dus je kunt beter stoppen met jezelf vergelijken met een ander. Vergelijk jezelf daarom met jezelf, zoals Van Nistelrooij doet: 'Ik word niet ongeduldig als ik naar anderen kijk. Zij maken ook keuzes op hun gevoel, net als ik. Ik vind het mooi om met mijn eigen traject bezig te zijn.'
Les 5: Focus op jouw ontwikkeling richting het door jou gestelde doel.
In de Modern Wisdom Podcast 307 legt Jordan Peterson vanaf minuut 25 uit hoe je kunt focussen op je eigen ontwikkeling en wat voor effecten dat heeft. Het komt er op neer dat mensen graag ergens naartoe werken en daarin meer positieve emoties ervaren wanneer ze zichzelf niet met een ander maar juist met zichzelf vergelijken. Dat leidt bijvoorbeeld tot meer enthousiasme voor de persoonlijke vooruitgang. Het stimuleert ook het vermogen jezelf te kunnen aanmoedigen om weer nieuwe stappen in je ontwikkeling te zetten, zonder daarbij afhankelijk te zijn van anderen. En wanneer je stappen in je ontwikkeling blijft zetten ben je tot veel in staat. Of in de woorden van Peterson: 'Incremental improvement repeated is virtually unstoppable.'
Dus, wat voor doel je ook nastreeft, hoe ambitieus, groot, of klein ook, vergelijk jezelf met jezelf in het bereiken van dat doel. Waar stond je gisteren? Vorige week? Vorige maand? Een jaar geleden? Waar sta je nu? Wat maakt dat je dichterbij bent gekomen? Wat doet die ontwikkeling met je? En wie of wat heb je nodig om de volgende stappen in je ontwikkeling richting jouw doel te zetten? Dit zijn vragen die je jezelf kunt stellen zodat je je focust op jouw ontwikkeling.
Conclusie
‘Champions are not the ones who always win races - champions are the ones who get out there and try. And try harder the next time. And even harder the next time. ‘Champion’ is a state of mind. They are devoted. They compete to best themselves as much if not more than they compete to best others. Champions are not just athletes.’
Simon Sinek
Het is niet mijn bedoeling je te vertellen dat je perfectie niet of juist wel moet nastreven. Dat is aan jou. Het is wel mijn bedoeling deze lessen van kampioenen met je te delen zodat je daar hopelijk je voordeel mee kunt doen in jouw persoonlijke context, wanneer je bijvoorbeeld (te) veel prestatiespanning ervaart omdat je bang bent om fouten te maken. De lessen op een rijtje:
Les 1: Perfectie komt zelden voor en is niet noodzakelijk voor het halen van doelen.
Les 2: Niet iedereen kan kampioen worden, maar iedereen kan zich wel als kampioen gedragen.
Les 3: Het gaat niet om perfectie, het gaat om het omgaan met imperfectie.
Les 4: Focus op het doen van je best, in elke situatie.
Les 5: Focus op jouw ontwikkeling richting het door jou gestelde doel.
Ter afsluiting...
Heb je een voorbeeld van iemand die wel perfect presteert? Of heb je nog meer statistieken of verhalen van mensen die op hoog niveau acteren, maar daarin geen perfectie bereiken? Voel je vrij die met me te delen, dat waardeer ik.
Vind je dit een waardevol stuk en ben je trainer, docent of leidinggevende? Misschien vind je mijn leiderschapsboek ‘De trainer maakt het verschil’, waarin ik je uitdaag tot het creëren van een prestatiecultuur waarin de persoon op 1 staat, ook waardevol.
Mocht je benieuwd zijn naar de bronnen die ik in dit artikel heb gebruikt, zie dan hieronder. Maar eerst nog deze toegift ter afsluiting: 'Even kings make mistakes.'
Referentielijst
Peterson, J.B. (2019). 12 rules for life: An antidote to chaos. Penguin Books Ltd.
Sinek, S. (2019). The infinite game. Penguin Putnam Inc.
Bennis, W.B. & Thomas, R.J. (2002). Geeks & Geezers: How Era, Values, and Defining Moments Shape Leaders. Harvard Business School Press.
Kerr, J. (2013). Legacy: what the All Blacks can teach us about the business of life. Constable.
Comments